Een nieuwe wijk

Nederland heeft te weinig woningen. Veel mensen zouden liever groter wonen, of mooier. En er komen veel nieuwe Nederlanders bij, die allemaal ook ergens moeten wonen. Daarom worden er in allerlei dorpen en steden huizen gebouwd. Soms een paar tegelijk. Maar er kan ook een hele nieuwe wijk komen. Zoals Leidsche Rijn bij Utrecht. Daar kunnen 60.000 mensen wonen: een enorm aantal. De wijk wordt een klein stadje op zich. Voordat zo'n bouwproject klaar is, moet er heel wat gebeuren. Het project duurt ook lang. Tussen het maken van een plan en de oplevering van de laatste woning zitten soms jaren.

Waar wordt gebouwd?

Voordat er een nieuwe wijk gebouwd wordt, moet worden bekeken waar die moet komen. Dat is niet altijd even gemakkelijk. Want iedereen in Nederland is zuinig op het weinige groen dat er nog is. Daarom wordt een nieuwbouwwijk vaak aan een dorp of stad vast gebouwd. Dat geeft soms ook problemen. In het gebied kunnen boerderijen staan, of er wonen tuinders met kassen, waarin ze bijvoorbeeld tomaten verbouwen. Die mensen willen daar natuurlijk niet weg. Toch lukt het de gemeente vaak om de grond op te kopen. Maar als de boeren en tuinders niet meewerken, kan dat wel lang duren.

Een architect ontwerpt de wijk eerst in het klein, of op de computer.

Als de plaats is bepaald en de grond is gekocht, gaat het plannen beginnen. Er worden stapels tekeningen gemaakt. Van de huizen, maar ook van de straten die er moeten komen. En van de dingen die er al in het gebied zijn. Zoals oude bomen, of sloten. De huizen moeten daaromheen komen te staan. Het kunnen koopwoningen zijn, of huurhuizen. Meestal komen er in een nieuwbouwwijk allerlei soorten woningen. Dan is er veel keuze voor de nieuwe bewoners. Architecten ontwerpen de huizen. Daarbij moeten ze zich aan veel regels houden. De huizen mogen niet te duur worden en moeten een beetje bij elkaar passen. En mensen moeten er prettig in kunnen wonen.

Deze bomen werden gespaard. Bij het plannen van de nieuwe huizen werden de bomen op de tekening gezet.

Voordat het bouwen begint, wordt het terrein opgemeten en bouwrijp gemaakt. Dan slaan grote machines heipalen in de grond. Wel twaalf meter diep. Op die palen storten de bouwvakkers de betonnen vloeren. De muren van nieuwe huizen komen meestal rechtstreeks uit de fabriek. Ze hoeven alleen maar op hun plek gezet te worden. Daarna moet het dak erop. Als het huis klaar is, blijft het nog een hele tijd modderig in de nieuwe straat. Want als de nieuwe wijk groot is, wordt er heel lang gebouwd. Volwassenen klagen daar weleens over. Maar kinderen die in zo'n wijk gaan wonen, vinden het geweldig. In al die zandhopen en bouwputten kun je heerlijk spelen.

Hijskranen en graafmachines blijven af en aan rijden tot de hele wijk af is.