Documentatiecentrum

Kamelen

Wat zit er in de bulten van een kameel? Water, zul je wel denken. Mis. De bult van een kameel is een opslagplaats voor voedsel. Kamelen leven in de woestijn. Daar is niet altijd en overal eten en drinken. Bij een oase eet een kameel soms in korte tijd heel veel. Dat eten wordt omgezet in vet. Als de kameel niet eet, gebruikt hij vet uit de bulten. Die gaan daardoor steeds slapper hangen. Na twee weken is de voedselvoorraad op. De bulten zijn dan leeg. De vetbulten van de kameel zijn er ook om de organen te beschermen. In de woestijn kan het wel 50 graden worden. De bulten houden die hitte tegen.

In een dierentuin kun je ook kamelen zien.

Zoogdier en lastdier

Een kameel is een zoogdier en ook een lastdier. Rondtrekkende bewoners van de woestijn gebruiken kamelen om spullen op te vervoeren. Omdat er geen wegen zijn of omdat de baas geen auto heeft. Een kameel kan een tijdlang zonder eten en drinken. De kamelen lopen in een lange rij. Sterke kamelen kunnen wel tweehonderd kilo last dragen. Ze lopen ongeveer vijf kilometer per uur, net zo snel als een mens die flink doorloopt. Een kameel schommelt heen en weer bij het lopen. Daarom, en ook omdat hij zoveel kan dragen, wordt een kameel wel het "schip van de woestijn" genoemd.

In de winter kan het koud zijn in de woestijn. De kameel heeft dan een dikke wintervacht. Die verliest hij als het weer warmer wordt.

Een kameel heeft een heel bijzondere neus. Hij kan er water mee ruiken! Dat is natuurlijk handig in de woestijn. Met de ogen is ook iets speciaals aan de hand. Elk oog heeft een extra ooglid. Het is een vlies dat over de oogbol beweegt. Net als een ruitenwisser. De voeten van een kameel zijn groter dan die van andere hoefdieren. Aan elke voet zitten twee tenen. Als de kameel een voet in het zand zet, spreidt hij zijn tenen. Daardoor zakt hij niet weg in het zand. Aan de voeten, de knieën en de buik zit eelt. Dat is een dikke, harde laag huid. De eeltlaag zorgt ervoor dat de kameel zich niet brandt als hij in het hete zand loopt of ligt.

In de Arabische landen is kameelrijden een sport. Het is daar te vergelijken met voetbal hier. Er zijn wedstrijden waarmee flinke prijzen kunnen worden gewonnen. Rijke Arabieren, de sjeiks, hebben snelle renkamelen. Die worden speciaal voor de wedstrijden gefokt. Renkamelen beginnen al met trainen als ze zestien maanden zijn. Als ze wat groter zijn, gaat er iemand op zitten. Dat is de jockey (zeg: djokkie). De sjeiks hopen dat hun kamelen prijzen winnen. Ze zorgen daarom goed voor de dieren. De kamelen krijgen speciaal voedsel en de dokter komt regelmatig langs. Er is zelfs een speciaal kamelenziekenhuis. Daar kunnen zesduizend kamelen behandeld worden.

Details en informatie

  • Titel: Kamelen
  • Auteur(s): Truus Visser-van den Brink
  • Nummer: JC160
  • Niveau: 1
  • Siso: J 598.92
123movies