Koninklijk Huis

Op 2 februari 2002 trouwde kroonprins Willem-Alexander met Máxima Zorreguieta. Heel veel mensen keken die dag naar de televisie. Veel Nederlanders willen het graag meebeleven als er iets belangrijks gebeurt met leden van de koninklijke familie. Ze waren blij tijdens het sprookjesachtige huwelijk van de kroonprins. En ze hadden verdriet bij de begrafenis van prins Claus.
Máxima kreeg de titel 'prinses' toen ze trouwde. Ze werd ook lid van het Koninklijk Huis. Koningin Beatrix is het hoofd van het Koninklijk Huis. In de wet wordt zij 'koning' genoemd. Er kan in het land maar één koning zijn. Haar man, prins Claus, heette daarom 'prins-gemaal'. Als Willem-Alexander koning wordt, kan Máxima wél koningin worden genoemd.
Niet alle leden van de koninklijke familie horen bij het Koninklijk Huis. Alleen degenen die volgens de wet koning of koningin kunnen worden. Dat zijn koningin Beatrix zelf, prinses Margriet, hun echtgenoten, hun zonen en hun vrouwen. Ook de kleinkinderen van koningin Beatrix horen erbij.

Bijna iedereen van de koninklijke familie was bij het huwelijk van kroonprins Willem-Alexander en Máxima Zorreguieta.

Vroeger en nu

Bij Nederland hoort oranje. Oranje voetbalshirts bij het Nederlands elftal, oranje mutsen bij schaatssupporters en een oranje wimpel aan de Nederlandse vlag. Dat heeft allemaal te maken met de achternaam van de Nederlandse koninklijke familie: Van Oranje-Nassau. Die naam was er al in 1544. Toen erfde graaf Willem van Nassau het stadje Orange in Frankrijk. Hij werd prins van Orange, of Oranje. Deze prins Willem van Oranje is de stamvader van de koninklijke familie. Het Koninklijk Huis heet ook wel het Huis van Oranje.
Willem van Oranje zelf was geen koning. Het gebied waar nu Nederland, België en Luxemburg liggen, bestond toen uit een aantal kleine landjes of gewesten. Die werden De Nederlanden genoemd.

© CDK, Nijmegen

De nakomelingen van Willem van Oranje waren vaak stadhouder. De Oranje-familie is altijd belangrijk en machtig geweest.

In de tijd van Willem van Oranje hoorden de Nederlanden bij Spanje. De noordelijke gewesten kwamen in opstand tegen de Spaanse koning. Willem van Oranje was hun leider. De opstandige gewesten noemden zich in 1588 de Republiek der Verenigde Nederlanden. De republiek bestond uit zeven gewesten. In een gewest was de stadhouder de belangrijkste man.
De Nederlanden werden in 1806 een koninkrijk. Toen waren de Fransen onder leiding van Napoleon Bonaparte de baas in Nederland.
In 1813, toen de Fransen werden verjaagd, waren de gewesten inmiddels één land met één bestuur. Aan het hoofd kwam koning Willem I, een nakomeling van Willem van Oranje. Zo ontstond het Koninkrijk der Nederlanden. Na koning Willem I kwam koning Willem II en daarna Willem III. Want het koningschap is erfelijk.
Na Willem III regeerden er drie koninginnen. Wilhelmina, Juliana en nu koningin Beatrix.

De koningin gebruikt drie paleizen. In het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam ontvangt ze belangrijke gasten, zoals staatshoofden uit andere landen.

Sinds de tijd van koning Willem I is Nederland een monarchie. In het begin kon de koning veel zelf beslissen. Maar nu is dat anders. Nederland is een democratie. Alle Nederlanders boven de achttien mogen kiezen wie er namens hen regeren. De ministers besturen het land. Ieder jaar op prinsjesdag leest de koningin de plannen voor die zij hebben gemaakt.
Als staatshoofd van Nederland heeft de koningin het druk. Ze praat vaak met de ministers. Zo blijft ze goed op de hoogte van regeringszaken. Regelmatig gaat ze op staatsbezoek in het buitenland. Ook in Nederland legt ze veel werkbezoeken af. Koningin Beatrix bereidt haar werkzaamheden altijd heel goed voor.
Zijn leven lang weet prins Willem-Alexander al dat hij koning zal worden. Hij is zich daar al een hele poos op aan het voorbereiden. Steeds vaker is hij bij staatsbezoeken en officiële ontvangsten. Als Willem-Alexander zijn moeder opvolgt, wordt hij koning Willem IV.