Documentatiecentrum

Kunstvezels

Je regenjas, je skitrui, het netje om de sinaasappels, de haren van je tandenborstel, de snaren op je gitaar. Elke dag heb je te maken met voorwerpen waarin kunstvezels zijn verwerkt. Vezels zijn dunne draadjes. Kunstvezels, het woord zegt het al: dat zijn draadjes die niet in de natuur groeien, maar die zijn nagemaakt.
Van vezels die wèl in de natuur voorkomen, is wol een mooi voorbeeld. Wol is een dierlijke vezel. Een andere dierlijke vezel is zijde. Zijde is een soort spinrag, maar dan van een rups, de zijderups. Naast dierlijke zijn er ook plantaardige vezels. Katoen is daarvan het meest bekende voorbeeld. Katoen komt van de vrucht van de katoenstruik. Als die vrucht rijp is, barst er een soort pluis uit: katoenvezel. Wat doen we met al die korte draadjes wol, zijde en katoen? We maken er lange draden van. En die gebruiken we onder andere voor het maken van kleding.

Van zijderups tot zijde.

Sterker, lichter, goedkoper

Natuurlijke vezels zijn prachtig. Waarom maken we dan kunstvezels? Om te beginnen omdat die goedkoper zijn. Nylon is een kunstvezel. Het zit onder andere in panty's en windjacks. Nylon wordt vrij eenvoudig gemaakt van steenkool, lucht en water. Dat is een stuk makkelijker en goedkoper dan een kudde schapen houden en scheren. Bovendien is nylon elastisch en kan het goed tegen hitte.
Kunstvezels hebben nog andere voordelen. Stoffen gemaakt van kunstvezel, zoals nylon, noemen we synthetische stoffen. Deze stoffen verkleuren niet, ze rotten niet, ze zijn lichter, sterker en je kunt ze allerlei eigenschappen geven die natuurlijke vezels niet hebben. Denk bijvoorbeeld aan sommige regenjassen. Er gaat geen regen door van buiten naar binnen. Maar er gaat wel zweet door van binnen naar buiten. Er bestaan ook jassen die meekleuren met de temperatuur. En er zijn stoffen die reageren op lichaamswarmte.

Nog een voordeel van synthetische vezels is dat je er zeer gladde stoffen van kunt maken. Dat is handig voor zwemmers, schaatsers en wielrenners. Ze zouden seconden, minuten verliezen zonder hun gladde, synthetische pak, waar de lucht langsvliegt.

Synthetische kleding heeft ook nadelen. Er blijft bijvoorbeeld makkelijk vuil aan zitten. Een ander nadeel is dat de kleding zeer brandbaar kan zijn. Kom je met vuur in contact, dan houd je het met bijvoorbeeld een wollen trui wel even uit. Sommige soorten synthetisch materiaal daarentegen, vatten onmiddellijk vlam.
Hoe weet je nou met welk materiaal je te maken hebt? Dit staat op het label (zeg: leebul). Dat is een soort kaartje van stof dat in kleren is genaaid. Er staat ook op hoe je de stof moet wassen, of je het kledingstuk moet strijken enzovoort. Een stof kan ook van verschillende vezels zijn gemaakt.

Het lijkt nu misschien alsof kunstvezels alleen in kleding worden verwerkt. Maar dat is niet waar. Kunstvezels zitten in gordijnen, vloerbedekking en stoelbekleding. Ook touwen van bergbeklimmers zijn ervan gemaakt, omdat die daardoor sterker, droger en lichter zijn. In het scherm van je paraplu en van parachutes zitten ook kunstvezels. Net als in de stof van hete-luchtballonnen. Autogordels, poppenharen, kogelvrije vesten, ze zijn allemaal gemaakt van synthetisch materiaal. Kunstvezels zijn niet meer uit ons leven weg te denken.

Details en informatie

  • Titel: Kunstvezels
  • Auteur(s): William van den Akker
  • Nummer: IC082
  • Niveau: 3
  • Siso: J 688
123movies