Stiefouders
Eén van je ouders kan verliefd worden op iemand anders. Als zij dan gaan trouwen of samenwonen, wordt die man of vrouw je
stiefvader of
stiefmoeder. Misschien krijg je er ook nieuwe broers of zussen bij. Dat zijn dan je
stiefbroers of
stiefzussen.
Wennen
Een stiefgezin is erg wennen. Ineens komen er nieuwe mensen bij jullie gezin. Of jij moet in een nieuw gezin gaan wonen. Dat is een grote verandering. Zeker als je moet verhuizen!
Veel kinderen moeten erg wennen aan hun stiefouder, en andersom.
Een samengesteld gezin
Een gezin waarin niet alle kinderen dezelfde ouders hebben, noem je een
samengesteld gezin. Zo’n gezin is heel bijzonder. Je bent niet samen opgegroeid. Ieder heeft andere gewoonten en andere regels. Bijvoorbeeld over het eten, slaaptijden en het meehelpen in huis.
Ook leuke kanten
Als je aan het nieuwe leven gewend bent, kan het ook leuk zijn. Je kunt bevriend raken met je halfbroer of halfzus. Misschien krijg je er ook een opa en oma bij. Je ouder kan met je stiefouder ook weer een baby krijgen. Dat is dan je
halfbroer of
halfzus.
Sprookjes
Stiefmoeders in sprookjes zijn vaak jaloerse, gemene heksen. In het echt is dat anders. Stiefmoeders zijn gewone mensen en dus meestal gewoon aardig.
©Alamy/Imageselect, Wassenaar
Als je vader of moeder opnieuw trouwt, is dat leuk. Maar ook wel erg wennen!