Operatie

Esmée heeft keelpijn en het gaat maar niet over. Daarom gaat ze naar de huisarts. Hij ziet dat haar amandelen ontstoken zijn. Vaak is het dan beter om ze te laten weghalen. Dat gebeurt in het ziekenhuis. De huisarts verwijst Esmée door naar een KNO-arts. KNO staat voor keel, neus en oren. Hij onderzoekt de keel van Esmée ook nog een keer goed. Hij maakt een foto waarop je precies ziet waar de amandelen zitten. En hij vertelt hoe de operatie in zijn werk gaat.

Elk ziekenhuis heeft een kinderafdeling.

In het ziekenhuis

Op de dag van de operatie mag Esmée niets eten. Ze moet nuchter zijn. Als haar maag leeg is, wordt ze niet misselijk na de operatie. De verpleegster wijst haar bed aan. En ze geeft haar een drankje waar ze slaperig van wordt. Esmée krijgt ook een zetpil tussen haar billen. Die zorgt ervoor dat ze na de operatie niet zo veel pijn heeft. Ze moet haar sieraden en bril afdoen. Daarna krijgt ze een operatiejasje aan en wordt ze naar de operatiekamer gereden. Ze krijgt plakkers op haar borst die worden aangesloten op een computer. Zo kunnen de dokters controleren of alles goed gaat tijdens de operatie. Dan gaat de anesthesist Esmée in slaap brengen. De arts die in het ziekenhuis opereert, is de chirurg.

Chirurgen kunnen heel ingewikkelde operaties doen. Bijvoorbeeld een ander hart in een lichaam zetten. Zo'n operatie duurt wel acht uur of langer. Tegenwoordig worden er veel kijkoperaties gedaan. Bijvoorbeeld bij iemand die last heeft van zijn knie. De chirurg maakt een klein sneetje in de knie. Daarin gaat een buisje met een cameraatje eraan. Als de chirurg kan zien wat het probleem is, gaat hij meteen opereren. Hij maakt dan een tweede sneetje in de knie. Daardoor gaan de operatie-instrumenten. Na de kijkoperatie is de patiënt snel beter, want er is geen grote wond.

Op een beeldscherm kan de chirurg precies zien wat hij doet.

Als je chirurg wilt worden, moet je eerst een vwo-diploma halen. Daarna kun je aan de universiteit voor arts studeren. Die studie duurt zeven jaar. Tijdens de studie werk je alvast mee in het ziekenhuis. Je komt op alle afdelingen terecht. Zo doe je veel ervaring op. Na de artsenstudie kun je doorleren voor chirurg. Dat duurt nog eens zes jaar. In totaal duurt de studie voor chirurg dus dertien jaar. Een anesthesist moet ook eerst de artsenopleiding doen. Daarna moet hij nog vijf jaar doorleren. Tijdens die periode werkt hij in een ziekenhuis. De opleiding voor anesthesist duurt in totaal twaalf jaar.