Aardbevingen Junior informatie

Aardbevingen kunnen verschrikkelijk veel schade aanrichten. Bij een zware aardbeving storten huizen en gebouwen in. Mensen worden bedolven onder het puin. Velen komen om het leven. Anderen raken gewond. Aardbevingen komen vaak voor. Er zijn er honderdduizend per jaar. De meeste aardbevingen zijn heel licht. Alleen een seismograaf kan ze vastleggen. Zoals je windkracht nul (windstil) tot en met twaalf (orkaan) hebt, is er ook een schaal voor aardbevingen. Dat is de schaal van Richter. Bij een kracht lager dan 2,5 op de schaal van Richter voel je de aardbeving meestal niet. Bij een landaardbeving vanaf kracht 6 is er meestal schade. Er zijn ook zeebevingen.

Een seismograaf is een instrument waarop je kunt zien wanneer er ergens op aarde een aardbeving is geweest.

Schuivende scherven

Elk jaar zijn er in de hele wereld ongeveer tien zware aardbevingen. Dat heeft te maken met hoe de aarde in elkaar zit. De aarde is een bol die is opgebouwd uit lagen. De binnenste laag is een hete stroperige massa. De buitenste laag is dun en hard. Daarop wonen wij. Je kunt de aarde zien als een vaas die kapot is gevallen. De stukken zijn later weer aan elkaar gelijmd. Maar dat is niet goed gebeurd. De 'scherven' schuiven langs en over elkaar heen. Dat komt omdat ze eigenlijk drijven op de binnenste laag. De randen van die scherven zijn niet mooi glad. Daardoor haken ze wel eens aan elkaar. Als ze losschieten, ontstaat er een grote schok. Dat is een aardbeving.
Aardbevingen komen meestal in dezelfde gebieden voor. Daar zitten grote scheuren in de aardkost. De scherven, die eigenlijk aardschollen heten, schuren daar langs elkaar. En dan komt er een nieuwe aardbeving. Voor de westkust van Noord-Amerika ligt een grote scheur. Die heet de San Andreasbreuk. Die scheur heeft al voor veel last gezorgd. De stad San Francisco staat er precies bovenop. Daardoor zijn er in die stad al veel aardbevingen geweest. Met alle gevolgen van dien.

Bij een flinke aardbeving kunnen er scheuren in de bodem ontstaan.

In Nederland komen bijna geen aardbevingen voor. In Japan wel. In Turkije ook. Toch blijven de mensen daar wonen. Ze zijn meestal wel erg bang. Er kan immers zomaar weer een aardbeving komen. En dan gaat alles weer kapot. In Japan proberen ze er iets op te vinden. Ze zetten daar gebouwen neer die tegen een stootje kunnen. Het geheim is dat gebouwen een beetje moeten kunnen meewiebelen met een aardbeving. Niet heel erg, maar net genoeg om de aardbeving te doorstaan. Dan scheuren de muren niet.