Alcohol
'Geniet, maar drink met mate.' Dat is een zin uit een reclamespotje tegen misbruik van alcohol. Met zulke spotjes waarschuwt de overheid voor de gevaren van te veel alcohol. Veel mensen houden wel van een glaasje wijn, een koud biertje of een borreltje. In bier en wijn zit alcohol, maar minder dan in echt sterke drank, zoals whisky of jenever. De alcohol maakt dat mensen zich prettig en meer ontspannen voelen. Als het bij een enkel glaasje blijft, tenminste. Want veel alcohol is niet goed voor je lichaam. Mensen die te veel drinken worden aangeschoten of dronken. Ze kunnen niet meer helder denken en weten niet meer wat ze doen. Alcohol is vooral niet goed als je nog in de groei bent. Daarom mag je pas vanaf je zestiende wijn en bier kopen en drinken. En sterke drank pas vanaf je achttiende.
Een cafébaas mag alleen alcoholische drank verkopen aan mensen boven de zestien. Bij twijfel vraagt hij naar een legitimatiebewijs.
Een giftige stof
Alcohol ontstaat door het gisten van suikers die in vruchten en granen zitten. Daarbij worden de suikers omgezet in alcohol en koolzuurgas. Dat koolzuurgas zie je terug in de belletjes van bier en champagne. Zuivere alcohol is doorzichtig en ziet eruit als water. Maar het smaakt niet zo. Ook een klein beetje alcohol in een drank kun je al goed proeven, ruiken en voelen.
Mensen weten al heel lang hoe ze alcoholische dranken moeten maken. Al duizenden jaren geleden werd er voor het eerst bier gebrouwen in het gebied dat nu Irak heet. Ook de oude Egyptenaren dronken al bier. In de Middeleeuwen werden de monniken in de kloosters ware meesters in het brouwen. Nog steeds bestaan er biersoorten die volgens oude, geheime klooster-recepten worden gemaakt.
Het maken van wijn uit druivensap is waarschijnlijk uitgevonden in de Kaukasus (Rusland). Wijn werd al snel een geliefde drank. Nu is wijn drinken heel gewoon, maar vroeger was wijn voor de rijkere mensen en bier voor het gewone volk.
Veel mensen drinken graag een wijntje voor en tijdens het eten.
De meeste mensen staan er nooit bij stil, maar alcohol is eigenlijk een giftige stof. Alcohol verdooft de hersenen. Mensen die te veel drinken, doen vaak dingen waar ze later spijt van krijgen. Giftige stoffen worden in je lichaam afgebroken door de lever. Dat orgaan doet er anderhalf uur over om één glas alcoholische drank op te ruimen. Bij vier glazen duurt het dus zes uur voordat alle alcohol uit je bloed is.
Mensen die dagelijks te veel drinken zijn alcoholist. Vaak zijn zij aan alcohol verslaafd. Ze kunnen niet meer zonder. De drank bepaalt hun leven. Ze hebben daardoor grote problemen. Vaak raken ze hun familie en vrienden kwijt, en ook hun baan. Een alcoholist die wil stoppen met drinken, kan hulp vragen bij een speciaal afkickcentrum.
Fris achter het stuur
Alcohol en verkeer gaan natuurlijk niet samen. In het verkeer moet je goed opletten en snel reageren. Dat kun je al niet meer na het drinken van twee glazen alcohol. Langs de weg zie je overal borden staan om de mensen daarvan bewust te maken. Een bekende campagne van de overheid is: 'Wie is de BOB?' BOB betekent Bewust Onbeschonken Bestuurder. De regering hoopt dat het normaal wordt dat mensen van tevoren afspreken wie de BOB is. Dus wie er alleen fris drinkt en de anderen na een avondje uit weer veilig thuis brengt.
Elk jaar verongelukken er in het verkeer honderden mensen door alcoholgebruik.
Dit boekje over alcohol is gemaakt in 2005 en bevat inmiddels op bepaalde punten in het boekje verouderde informatie. Zo mag je tegenwoordig pas vanaf achttien jaar alcohol kopen en drinken.