Bonifatius
De Germanen leefden zo'n 1300 jaar geleden in grote delen van Europa. Ze geloofden in meerdere goden. Bijvoorbeeld in Donar. Als hij boos werd, liet hij het bliksemen en donderen. De Germanen waren bang voor hun goden. Sommige mensen vonden dat onzin. Ze dachten ook dat die goden niet allemaal bestonden. Ze geloofden in één god en zijn zoon Jezus Christus. Zulke mensen heten christenen. Bonifatius was ook iemand die maar in één god geloofde. Hij werd rond 672 geboren in Engeland. Hij heette bij zijn geboorte Winfred. Hij was erg slim en leerde in een klooster, bij de monniken of nonnen, lezen en schrijven.
Bonifatius vertelde de mensen over God.
Winfred wordt Bonifatius
Het hoofd van het klooster wilde graag dat Winfred hem zou opvolgen. Maar Winfred wilde naar Friesland. Dat was een groot gebied dat bestond uit west-Nederland en noord-Nederland en het noorden van Duitsland. De koning van de Friezen was een heiden. Een heiden gelooft niet in God. Net als de Germanen geloofden de Friezen in meerdere goden. Winfred wilde alle heidenen bekeren en zorgen dat ze in zijn god zouden gaan geloven. In 716 stak Winfred de Noordzee over. Maar de Friezen waren net verslagen door een ander volk: de Franken. Zij waren christenen. De koning van de Friezen wilde dus juist toen even helemaal niets met christenen te maken hebben! Daarom mislukte het plan van Winfred.
Maar Winfred bleef het proberen. En hij kreeg hulp. Van de paus nog wel! Dat is de leider van de katholieke kerk. Winfred kreeg van de paus een nieuwe naam: Bonifatius. Dat betekent: hij die het goede doet. En de paus maakte van Bonifatius een missionaris. Dat is iemand die wordt uitgezonden om het christelijk geloof te verspreiden. Samen met een andere missionaris, Willibrord, probeerde hij zoveel mogelijk Friezen te bekeren. Dat lukte voor een groot deel. Daarna wilde Bonifatius ook de Germanen bekeren. Hij liet kloosters en kerken bouwen. Zelf woonde hij lang in het klooster van Fulda, in het midden van Duitsland.
De sterfdag van Bonifatius wordt nog elk jaar in Dokkum herdacht.
Toen Bonifatius ongeveer tachtig jaar oud was, ging hij nog een keer naar Friesland. Hij wilde de laatste heidenen daar ook nog bekeren. Maar dat ging niet door. Op de ochtend van 5 juni 754 werd zijn kamp in de stad Dokkum overvallen. Het is nooit helemaal duidelijk geworden waarom dit is gebeurd. De overvallers waren gewapende Friezen. Misschien waren ze het zat dat Bonifatius hen wilde bekeren. Want Bonifatius had veel van hun heidense plekken vernield. Of misschien waren ze op zoek naar geld en zilver. Bonifatius en zijn mannen werden in ieder geval vermoord. Om de slagen van een bijl af te wenden, gebruikte Bonifatius een boek. Tenminste, zo gaat het verhaal. Bonifatius werd een martelaar: iemand die gestorven is voor zijn geloof.