Fotografie
Rond 1825 maakte Joseph Niépce de allereerste foto. Hij gebruikte een camera obscura en
projecteerde het beeld op een plaat met een lichtgevoelige laag. Het licht moest minstens acht uur door het gaatje op de plaat vallen. Door deze lange
belichtingstijd kon de eerste fotografie alleen worden gebruikt voor stilstaande onderwerpen. Later werkten andere uitvinders met glazen platen en papieren vellen die behandeld waren met chemische stoffen. Het lukte om de belichtingstijd terug te brengen naar een paar minuten. Zo werd het ook mogelijk om mensen te fotograferen. Maar van iedere foto was slechts één exemplaar.
Nu heeft bijna iedereen een digitale fotocamera in zijn telefoon. Foto’s zijn een belangrijk communicatiemiddel geworden.
©AKG/Lineair, Arnhem
De eerste camera’s waren enorme bakbeesten. In de loop van de negentiende eeuw werden er allerlei uitvindingen gedaan waardoor de camera's kleiner en beter werden.
Fotograferen
Als je zelf wilt bepalen hoe je foto’s eruit zien, kun je het best aan de slag met een echte fotocamera: een
compactcamera die bijna alles automatisch doet of een
systeemcamera, waar je verschillende lenzen op kunt zetten. Zoals een
telelens voor onderwerpen ver weg of een
groothoeklens die geschikt is voor landschappen. Wil je goede foto’s maken, dan is het kiezen van de juiste
compositie belangrijk. Vaak wordt je foto interessanter als het onderwerp niet in het midden staat. Of zorg dat je net zo hoog bent als je onderwerp. Een foto van jonge poesjes wordt meestal mooier als je op je buik ligt.
Fotografen aan het werk
Veel fotografen specialiseren zich in een onderwerp. Zo heb je oorlogsfotografen, modefotografen, sportfotografen en natuurfotografen. Fotografen hebben vaak meerdere opdrachtgevers: kranten, tijdschriften of andere bedrijven. Ook verkopen ze foto’s via hun website. Sommige fotografen zijn wereldberoemd. De Nederlander Ed van der Elsken bijvoorbeeld met zijn straatfotografie en de Amerikaanse Annie Leibovitz die prachtige portetten maakt van beroemde mensen. De Zweed Erik Johansson bewerkt gewone foto’s met de computer tot echte kunstwerken.
©Shutterstock, New York
Soms zijn er bij een sportwedstrijd heel veel fotografen en is het dringen voor een goed plekje.