Hengelsport
Lekker in de vrije natuur, weg van drukte en lawaai. In Nederland zijn ongeveer anderhalf miljoen
sportvissers. Zij doen aan hengelsport. Vissen leer je door het te doen. Misschien kun je het leren van je vader of je buurman. Je kunt ook lid worden van een vereniging. Je leert bijvoorbeeld wat voor hengel je nodig hebt en je oefent het leggen van knopen.
Het vissen in sloten, kanalen of plassen heet zoetwatervissen. Je vangt dan onder meer voorn of baars. Zeevissen doe je vanaf de pier of een boot. Zeevissers vissen op haring, makreel of kabeljauw.
Als je gaat vissen, moet je je aan de regels houden die in de visakte staan. Bijvoorbeeld dat je maar één snoek per dag mag meenemen. Of dat je niet mag vissen in de maanden waarin de vissen eitjes leggen.
© Visual Photo Design, Nijmegen
Voor iedere manier van vissen bestaat een speciale hengel.
Een lekker hapje
Heel vroeger visten mensen met hengels gemaakt van stokken. Ze gebruikten doornen van een struik als haak. En de lijn was gemaakt van lange in elkaar gevlochten haren. Nu zijn alle hengels van
kunstvezel. Vissers kunnen kiezen uit verschillende hengels, bijvoorbeeld een
werphengel. Zo zijn er ook verschillende dobbers en haken. Kleine haakjes om voorntjes te vangen en sterke om een snoek of een baars te vangen. Aan de haak zit
aas. Iedere vissoort eet weer ander aas. Voorns en brasem houden van deeg, maïskorrels, brood of
maden. Je kunt ook
kunstaas kopen. Doordat het kunstaas allerlei bewegingen kan maken, lijkt het op een klein visje.
Als je beet hebt is het belangrijk om te weten hoe je de vis uit het water haalt en hoe je de vis van de haak afhaalt. Er bestaan speciale tangetjes om ervoor te zorgen dat je de vissenbek niet beschadigt als je het haakje er uit haalt. Daarna laat je de vis weer rustig in het water los.
© Sjoerd Siemensma, Hattem
Er zijn veel soorten kunstaas.
Regels
Kinderen tot vijftien jaar hebben geen visakte nodig. Als je ouder bent dan vijftien moet je wel een akte hebben en die moet je ook altijd bij je hebben als je aan het vissen bent. Een visvergunning heb je nodig als je met meerdere hengels vist. Of als je
roofvis wilt vangen. Je kunt een visvergunning kopen bij een vereniging van sportvissers.
Om te voorkomen dat vissoorten zeldzaam worden, zijn er verschillende regels waar je je aan moet houden. Die regels staan in de visakte of in je vergunning. De regels verschillen per vis. Het geld dat je betaalt voor je visakte gaat naar de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij (OVB). De OVB doet veel voor het viswater, de vissen die erin leven en voor de sportvissers. De OVB kweekt bijvoorbeeld vissen die uitgezet kunnen worden als dat ergens nodig is. Bijvoorbeeld als er veel vissen in een sloot zijn doodgegaan door een ongeval of een illegale mestlozing.
Als je wilt gaan vissen kun je lid word van een vereniging. Je leert er andere kinderen kennen. En soms worden er activiteiten georganiseerd, zoals een hengelaarskamp. Overdag ga je vissen en ’s avonds kun je soms een kampvuur maken.
Dit is een samenvatting van Informatieboekje 64 Hengelsport.