Documentatiecentrum

Herten

Herten zijn prachtige dieren. Veel mensen zijn gevoelig voor hun schoonheid. De kleine herten vertederen en de grote maken indruk met hun soepele bewegingen en de snelheid waarmee ze uit het zicht rennen. Wil je in Nederland een hert op je gemak kunnen bekijken, dan zul je naar een dierentuin moeten gaan of naar een hertenkamp.
Er zijn op de wereld zo'n veertig soorten herten. In Nederland kennen we vooral edelherten en reeën. Edelherten zie je alleen in grote natuurgebieden als de Veluwe of de Oostvaardersplassen. Reeën zijn minder zeldzaam. Ze leven in moerassen, duinen en bossen en op weilanden. Veel mensen denken dat een ree het jong is van een edelhert. Dat is niet waar, de ree is een aparte soort, die vrij klein is.
In de duinen leven ook nog enkele damherten. Ze komen oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa. Je herkent ze aan de witte vlekken in de vacht en het platte stuk in het gewei.

Zo ziet een edelhert eruit.

Snel, soepel, schuw

Het kleine Pater Davidshertje is genoemd naar zijn ontdekker. De Franse pater Armand David zag dit bijzondere dier in 1865 in de ommuurde tuin van de keizer van China. Hij nam het mee naar Europa en dit bleek de redding voor de soort. Door een overstroming stortte later in China namelijk de tuinmuur in en de Pater Davidsherten daar verdronken of werden opgegeten door de hongerige bevolking.

Welke soorten herten kennen we nog meer? Je hebt vast wel eens gehoord van Bambi. Dit beroemde hertje is een Virginiahert of witstaarthert. Dit soort herten komt veel voor in Amerika. Bambi is de naam voor het kalfje, het kleintje, van het Virginiahert. In Amerika leven ook rendieren. Die heb je vast eens gezien. De arrenslee van de kerstman wordt namelijk getrokken door rendieren.

Het rendier heeft brede hoeven, daardoor zakt het niet te diep weg in de sneeuw.

Het allergrootste hert is de eland. Het is de enige soort waarvan ook het vrouwtje een gewei heeft. Ooit leefde er een hert dat nóg groter was: het reuzenhert. Dat had een gewei van bijna vier meter breed!
De eland is het enige hert dat alleen leeft. Alle andere soorten leven in groepen, in roedels. Dat is veiliger. Dreigt er gevaar, dan is de kans groot dat één van de dieren het ontdekt en de anderen waarschuwt.

's Avonds en 's morgens vroeg komen de herten het bos uit om te eten. Herten zijn grazers: ze eten gras, planten, bladeren en jonge takken. Om hun maag te kunnen vullen, zijn ze wel zeven uur per dag bezig met grazen. Daarna zoeken ze een rustige plek in het bos om te herkauwen. Het eten komt omhoog uit de maag en wordt opnieuw gekauwd. Zo wordt het beter verteerd.

Vanaf eind september is het bronsttijd voor edelherten. De dieren willen paren, om jongen te maken. De mannetjes loeien om andere mannetjes bang te maken. Dit heet burlen. Blijf uit de buurt, willen ze daarmee zeggen. Ik ga hier een vrouwtje zoeken. Als het burlen niet genoeg indruk maakt, slaan de mannetjes met hun geweien op de grond. Helpt dat ook niet. tja, dan moet er gevochten worden. De winnaar mag het vrouwtje dekken. Als ze tenminste niet ondertussen een ander mannetje heeft gevonden.
Het kalfje groeit acht maanden in de buik van de moeder, bijna net zo lang als een kind. Het hert is een zoogdier. Het vrouwtje zoogt haar jongen met moedermelk. De kalfjes hebben witte vlekjes in hun vacht.

Details en informatie

  • Titel: Herten
  • Auteur(s): Jeanet de Pee
  • Nummer: IC080
  • Niveau: 3
  • Siso: J 598.92
123movies