Kaas
Nederland is een echt kaasland. Nederlanders eten bijna twintig kilo kaas per jaar. Kaas wordt gemaakt van melk, meestal van koeien. Maar ook van melk van schapen, geiten of kamelen kun je kaas maken.
In kaas zitten veel gezonde stoffen, zoals eiwitten, vitaminen en
mineralen. Maar in kaas zit ook veel vet en zout. Daarom kun je beter niet te veel kaas eten. Kaas is een
zuivelproduct, net als melk en yoghurt.
Soorten kaas
Er zijn heel veel soorten kaas. Oud en jong, met en zonder korst, met grote of juist met kleine gaten. Harde kazen kun je schaven, zachte kazen eet je met een lepel. Er worden ook kazen met
schimmels gemaakt, bijvoorbeeld Franse kaas. Of wat dacht je van een kaas met insecten erin?! Dat is bijvoorbeeld Mimolette, daar zitten kaasmijten in.

© Shutterstock, New York
In Emmentaler kaas uit Zwitserland zitten veel melkzuurbacteriën. Daarom zijn de gaten in die kaassoort zo groot.
Kaas maken
Kaas maken gebeurt in fabrieken of door boeren die
ambachtelijk kaas maken. Je hebt nodig: melk,
zuursel en
stremsel. Dan krijg je een dikke pap, de
wrongel. Hier wordt alle vloeistof, de
wei, uitgeperst. Dat is het begin van kaas. Voor oude kaas moet de kaas lang liggen
rijpen, voor jonge kaas kort. Van de fabriek gaan de kazen naar het distributiecentrum. Uiteindelijk komt de kaas in winkels of supermarkten terecht. Klaar om te eten!

© Miroslav Onkava/Dreamstime
In een kaaswinkel kun je kaas uit allerlei landen kopen, vaak honderden soorten.