Kolonisatie
In de zeventiende eeuw (1600-1700) kochten Nederlandse kooplieden handelswaar in Azië. Daarvoor moesten ze een lange reis maken om Afrika heen. Op het zuidelijkste puntje van Afrika, hielden ze meestal pauze. Sommige mensen bleven daar wonen en zo ontstond er een Nederlandse kolonie.
Een ander soort kolonie is Nederlands-Indië, dat nu Indonesië heet. Nederlanders speelden daar de baas. Ze verdienden veel geld aan de kolonie en lieten de inwoners voor zich werken.
Al in de oudheid stichtten mensen kolonies, bijvoorbeeld de Feniciërs. Zij leefden 3000 jaar geleden en voeren langs de kusten van de Middellandse Zee om handel te drijven. Op verschillende plekken richtten zij handelsposten op. Deze handelsposten veranderden langzamerhand in kolonies.
Heel veel gebieden in de wereld zijn veroverd door Westerse landen. Maar op een bepaald moment wilden de oorspronkelijke inwoners weer zelf de baas worden. Vaak was daar een harde strijd voor nodig.
© Gerald Nowak/Lineair, Arnhem
In veel vroegere kolonies staan nog gebouwen die herinneren aan de koloniale tijd. Zoals hier in Willemstad, de hoofdstad van Curaçao.
Verovering
In de vijftiende eeuw (1400-1500) voeren Portugese handelsschepen langs de Afrikaanse kust naar Azië. Columbus werkte voor de Spaanse koning. Hij wilde bewijzen dat je Azië kon bereiken door naar het westen te varen. Zo ontdekte hij bij toeval Amerika. Daarna voeren Spaanse én Portugese schepen naar Amerika. Ze ontdekten dat de grond erg vruchtbaar was en dat er goud en zilver in de bodem zat. Om ruzie te voorkomen, verdeelden ze het nieuw ontdekte gebied. De oorspronkelijke bewoners, de indianen, moesten als slaven in de mijnen en op plantages werken.
Ook Nederland liet de inwoners van Nederlands-Indië voor zich werken. Zij moesten tabak en koffie verbouwen. De boeren verdienden bijna niets, maar de producten werden in Europa duur verkocht. Nederland verdiende veel geld met dit cultuurstelsel.
Door het zware werk in de Amerikaanse kolonies stierven veel slaven. Ook stierven ze aan Europese ziektes, zoals de mazelen. De Portugezen hadden een oplossing. Via de handelsposten langs de Afrikaanse kust kochten ze slaven en verscheepten die naar Amerika. Zo ontstond de Europese slavenhandel. Nederland had ook gebieden in Amerika veroverd en handelde in slaven. Rond 1800 waren er tegenstanders van slavernij. Zij vonden het onmenselijk. Maar het duurde nog tot 1863 voordat het houden van slaven verboden werd.
© Roger Viollet/HH, Amsterdam
In Suriname waren in 1770 ongeveer 500 plantages. Daar werkten zo’n 40 duizend slaven.
Afrika
Afrika was lang een groot, onbekend continent voor de Europeanen. Zij hadden zich alleen in de handelsposten langs de kust gevestigd. Na 1850 veranderde dat. In Europa kwam de industrie op gang. Daardoor waren er grondstoffen als koper en rubber nodig. Die vond men in Afrika. De Europese landen wilden zelf de baas zijn over de Afrikaanse mijnen en havens. Daarom koloniseerden ze Afrika. In 1884 was er een bijenkomst in Berlijn waar Europese landen het Afrikaanse continent onderling verdeelden.
Kolonies vechten zich vrij
In andere delen van de wereld was toen de dekolonisatie al op gang gekomen. In 1783 werd Noord-Amerika onafhankelijk. Voor die tijd was het een Engelse kolonie.
Ook in andere landen ontdekten de oorspronkelijke bewoners dat ze in opstand konden komen tegen hun overheersers. Deze nationalisten wilden hun land zelf besturen. In 1947 was Brits-Indië de eerste kolonie in Azië die onafhankelijk werd.
Ook in Nederlands-Indië wilden de bewoners onafhankelijkheid. Twee nationalisten, Soekarno en Hatta, riepen de Republiek Indonesia uit. Nederland was het daar niet mee eens en stuurde een leger. Het duurde twee jaar voordat Indonesië onafhankelijk werd.
Dit is een samenvatting van het Informatie-boekje 395 Kolonisatie.