Mummies (Informatiereeks)
In de oudheid werden van dode mensen mummies gemaakt, omdat men toen geloofde dat je lichaam na je dood voortleefde. Tenminste, als het lichaam goed bewaard bleef. Bij mummies denk je meestal aan Egypte. De Egyptenaren bedachten een techniek om een lichaam te
mummificeren. Dat gebeurde stap voor stap en duurde ongeveer 70 dagen. Alleen priesters die daarvoor speciaal waren opgeleid, mochten
balsemen.
Ook in andere landen zijn mummies gevonden, zoals in Peru.
Behalve mummies die door mensen werden gemaakt, zijn er ook natuurlijke mummies gevonden. Lichamen die door droogte, kou of gebrek aan zuurstof mummies zijn geworden.
Tegenwoordig worden er ook nog lijken gebalsemd. De techniek is nu wel anders dan in de oudheid.
Overal ter wereld doen
archeologen onderzoek bij mummies. Daardoor weten we veel over het leven van oude volkeren.
Mummie uit het oude Egypte in het Louvre in Parijs.
Balsemen
Het balsemen gebeurde niet overal op dezelfde manier. De Egyptenaren haalden de
organen uit het lichaam, omdat die het snelst vergaan. Het lichaam werd gewassen en gevuld met zaagsel, zand of lappen stof en daarna dichtgenaaid. Vervolgens ging het lichaam in een bad met zout en tot slot werd het met stroken stof ingewikkeld. Alleen de rijkste mensen konden zo’n uitgebreide behandeling betalen. Zij werden begraven in een
tombe. Ze kregen spullen mee die ze nodig hadden op reis en in het hiernamaals. Zoals voedsel, kleren en wapens.
Een beroemd graf is de tombe van de jonge
farao Toetanchamon, omdat het bijna helemaal bewaard gebleven is. Er stonden ruim 3500 kunstvoorwerpen in de tombe.
In de Oostenrijkse Alpen werd in 1991 een ijsmummie gevonden. Het bleek van een man die ruim 5000 jaar geleden leefde. Zijn lichaam was goed bewaard gebleven, omdat het al die jaren ingevroren was.
Door onderzoek van archeologen weten we veel over oude volken, bijvoorbeeld hoe ze dachten over het leven na de dood. En aan de versieringen op potten, vazen en textiel komen we te weten dat een volk kunstzinnig was. Tegenwoordig hebben archeologen technische mogelijkheden voor onderzoek, zoals röntgenfoto’s of CT-scans.
In Lima in Peru vonden archeologen een mummie van het Wari-volk van ongeveer 1600 jaar geleden. De mummie is in zittende houding begraven. Het hoofd werd afgedekt met een masker van stof.
Mummies nu
Een lichaam balsemen komt nu ook nog voor. Een bekend voorbeeld is dat van Lenin (1870-1924), leider van de voormalige Sovjet-Unie. Zijn lichaam werd ingespoten met een speciale vloeistof en is in Moskou tentoongesteld.
Het opzetten van dieren is ook een vorm van mummificeren. In musea staan vaak opgezette dieren, zodat je ze goed kunt bekijken.
In Nederland is balsemen sinds 2010 voor iedereen toegestaan. Het gebeurt regelmatig bij leden van het Koninklijk Huis. Soms gebeurt het ook met een lichaam dat met het vliegtuig naar een ander land vervoerd moet worden.
Een nieuwe techniek om een lichaam te bewaren is
plastinatie. Zo’n lichaam wordt gebruikt om studenten te laten leren hoe een lichaam in elkaar zit. Er zijn ook tentoonstellingen van geplastineerde lichamen. Daar kun goed zien hoe bijzonder het lichaam van een mens in elkaar zit. De mensen op de tentoonstelling zijn een natuurlijke dood gestorven en ze hebben toestemming gegeven dat hun lichaam gebruikt mag worden om anderen iets te leren.
Dit is een samenvatting van Informatieboekje 67 Mummies.