Napoleon
Napoleon vond zichzelf erg belangrijk. Volgens hem was niemand zo 'groot' als hij. Als kind wist hij al precies wat hij wilde: het leger in. Hij was pas zestien, toen hij slaagde voor de militaire academie. Op deze school leerde hij voor een baan in het leger.
Rond die tijd kwamen in Frankrijk mensen in opstand tegen de koning, de edelen en de priesters. Die hadden de macht. De mensen wilden gelijkheid en vrijheid voor iedereen. Boeren en burgers plunderden kastelen en paleizen. De bewoners werden gevangengenomen of gedood. Anderen vluchtten naar het buitenland. Deze opstand wordt de Franse Revolutie genoemd. Voor Napoleon kwam deze opstand goed uit. Hij had een lage rang of baan in het leger. De hoogste rangen waren voor de mannen van adel. Door de revolutie kwamen er veel rangen vrij. Zo kon Napoleon gemakkelijk de hoge rang van generaal krijgen. En dat betekende: meer macht.
Op jonge leeftijd was Napoleon al generaal. Dat kwam omdat hij slimme plannen kon bedenken om de vijand te verslaan.
Aan de macht
In 1799 pleegde Napoleon, samen met twee andere mannen, een staatsgreep. Ze namen de macht in Frankrijk over. Al snel daarna zorgde Napoleon ervoor dat hij de machtigste man van Frankrijk werd. Een paar jaar later was hij keizer. Maar Frankrijk was niet genoeg voor de nieuwe keizer. Hij veroverde veel landen in Europa. Zijn broers hielpen hem om deze landen te besturen. Zo werd zijn broer Lodewijk koning van Nederland.
Napoleon kreeg de macht over bijna heel Europa. Maar het lukte hem niet om Engeland te veroveren. Daarom sprak hij met verschillende landen af om geen handel meer met Engeland te voeren. Een van die landen was Rusland. Later wilde de tsaar, de leider van Rusland, er niet meer aan meewerken. Dat was voor Napoleon de reden om Rusland aan te vallen. In het voorjaar van 1812 trok hij met een heel groot leger naar Rusland. Onderweg ging er veel mis. Er was weinig eten. Veel mannen stierven van honger, dorst en uitputting. De verovering van Rusland mislukte. Op de terugtocht stierven nog eens heel veel mannen door de kou.
Napoleon was niet onoverwinnelijk, zoals vaak was gedacht. In 1814 werd hij verbannen naar Elba, een klein eilandje bij Italië. Maar hij probeerde het nog een keer. Hij ontsnapte en kon in Frankrijk opnieuw aan de macht komen. Zijn vijanden wilden nu voorkomen dat hij te machtig werd. Zij vormden samen een leger om Napoleon te verslaan. Dat gebeurde in 1815, tijdens de slag bij Waterloo in België. Opnieuw werd hij verbannen. Nu naar een eilandje voor de Afrikaanse kust. Daar stierf hij toen hij 51 jaar was.
Napoleon werd in het plaatsje Waterloo verslagen. Deze veldslag wordt regelmatig nagespeeld. Op de plek staat nu een monument: De leeuw van Waterloo.
Dankzij Napoleon
Napoleon heeft veel veranderd in Europa. Dingen die wij nu heel gewoon vinden.
Bijvoorbeeld dat iedereen dezelfde maat gebruikt om de lengte te meten. In de tijd van Napoleon werd er nog op verschillende manieren gemeten. Ook vond Napoleon dat iedereen dezelfde rechten moest hebben. Iedereen was vrij om zijn eigen geloof te kiezen. En kinderen hadden het recht om naar school te gaan.
Napoleon had veel mannen nodig voor zijn leger. Om ervoor te zorgen dat alle jonge mannen ook echt het leger ingingen, moest Napoleon precies weten waar ze woonden. Er kwamen straatnamen en huisnummers. Alle mensen had voortaan een adres. En iedereen moest dat adres en zijn naam bij het stadhuis laten inschrijven. Veel mensen hadden geen achternaam en verzonnen een gekke naam omdat ze tegen de regels van Napoleon waren.