Sleeën
Sleeën voor je plezier
Als er een dik pak sneeuw ligt, kun je gaan sleeën. Van de heuvel af gaat dat lekker hard. Vroeger was er alleen de houten slee om mee een heuvel af te suizen. Maar nu zijn er veel meer soorten. De glijschotel en de pannenkoekslee bijvoorbeeld.
Handig
In koude landen waar vaak sneeuw ligt, gebruiken ze sleeën ook om spullen mee te vervoeren. Vroeger werden die sleeën vaak getrokken door honden, nu gebruiken ze
sneeuwscooters. De hondenslee wordt nog wel voor wedstrijden gebruikt.
Als skiërs in de bergen een ongeluk krijgen, kan een auto daar niet komen. Helpers gaan erheen met een helikopter of sneeuwscooter. Ze nemen een
reddingslee mee. Daarmee brengen ze de gewonde naar beneden.
Voor de sport
Sleeën als sport gebeurt op een baan van ijs, vol bochten. Bij rodelen ligt de sleeër op zijn rug op de slee. Bij skeleton ligt de sleeër juist op zijn buik. Een andere bekende sleesport is
bobsleeën. De bobslee lijkt een beetje op een race-auto. Je zit er met twee of vier personen in. Bij de start duwen ze de slee aan. Als hij snel genoeg gaat, springen ze erin.
Sleeën zonder slee
Lang niet overal is sneeuw. Daarom zijn er ook rodelbanen en bobsleebanen zonder sneeuw. Je ziet ze wel eens in een pretpark. Sleeën kan dus ook in de zomer!
©Picture Alliance/Lineair, Arnhem
Bij rodelen kun je heel hard vallen. Daarom is een helm verplicht.