Documentatiecentrum

Varkens

Wat vind jij nou van een varken? Een leuk huisdier dat gezellig naast de kat slaapt? Vast niet. De meeste mensen vinden varkens dom, lui en vies. Ze vinden het dikzakken. Luie beesten, die lekker in de modder liggen te luieren. Toch zijn varkens niet dom. Ze zijn juist heel slim. Je kunt ze van alles leren. Je kunt een varken bijvoorbeeld leren je schoenen te halen. Of je laat hem de krant uit de brievenbus halen.
Dat varkens slim zijn, wisten de mensen van het circus al jaren. Die hadden allang in de gaten dat je een varken kunstjes kunt leren.

Varkens zijn slimmer dan de meeste mensen denken.

Modder

Varkens zijn dus niet vies. Maar wat doen ze dan in die modder? Ze willen schoon worden. En dan nemen ze een modderbad. En een varken dat het warm heeft, vindt een bak modder ook prima. Dat geeft hem verkoeling.
Een modderbad is ook nog goed voor iets anders. Op de huid van een varken leven een heleboel kriebelbeestjes. Door de modder komt dat ongedierte vast te zitten in de blubber op de huid van het varken. De blubber droogt op. De kriebelaars ook en ze gaan dood. Het varken schuurt dan even lekker met zijn vel tegen een muurtje of een boom. Zo veegt hij de modder en het ongedierte van zijn huid. Slim he?
Varkens bestonden vroeger niet. Toen waren er alleen wilde zwijnen. Die lijken veel op varkens. Ze zijn alleen groter en sterker. En ze kunnen veel harder rennen dan varkens.
Vroeger haalden de mensen ook wel zwijnen uit het bos. Die leefden bij de boerderij. Ze hadden een veel beter leven dan de wilde dieren in het bos.
En langzaam, van vader op zoon, van moeder op dochter, veranderden de wilde zwijnen. De wilde zwijnen werden steeds minder wild. Zo werden het de varkens zoals wij ze nu kennen.

Wilde zwijnen bestaan nu ook nog.

Tegenwoordig worden varkens op grote boerderijen gefokt. De boer regelt dat er jonge dieren komen. Hij zorgt ervoor dat ze goed groeien. Zodat ze lekker dik zijn voordat ze geslacht worden. De dieren worden doodgemaakt. Het vlees gaat naar de slager.
Een varken leeft niet lang. Als een varkentje ongeveer acht maanden is, wordt hij geslacht. In die tussentijd leeft hij in een grote stal met andere biggetjes. Een biggetje heeft een vast plekje. Het beestje kan zich maar een beetje bewegen. Het is bijna donker in de stal. Dat is om te zorgen dat hij rustig blijft. Een onrustig varken beweegt te veel. Dat mag niet, want dan groeit hij niet hard genoeg. En aan magere varkens verdient de boer te weinig.
Veel mensen vinden het niet goed dat er zo met beesten wordt omgegaan. Daarom laten steeds meer boeren de varkens lekker in de wei scharrelen. Het vlees van die varkens heet dan ook scharrelvlees. Dat vlees is wel duurder.
In een grote stal met veel varkens breekt gemakkelijk een ziekte uit. De besmettelijke varkenspest bijvoorbeeld. Het is heel erg voor een boer als zijn varkens die ziekte krijgen. Alle dieren op zijn boerderij moeten dan gedood worden.
Bij scharrelvarkens komen besmettelijke ziektes minder voor. Die varkens hoeven niet in een kleine, donkere stal te leven.

Details en informatie

  • Titel: Varkens
  • Auteur(s): Ditte Merle
  • Nummer: JC009
  • Niveau: 1
  • Siso: J 633.8
123movies