Verf
Als je om je heen kijkt, zie je veel dingen die geverfd zijn. Verf gebruik je om dingen mooier te maken. Maar ook om spullen te beschermen.
Soorten verf
Er zijn allerlei soorten verf. In de klas gebruik je vaak
plakkaatverf. Je kunt er goed mee op papier verven. Waterverf is dunnere verf. Een kunstschilder gebruikt vaak
olieverf. Daarvan blijven de kleuren het langste mooi.
©Marijn van der Wateren, Haarlem
Verf in huis
Verf voor op de muren noem je latex. En als je hout wilt verven, gebruik je lak. Je moet het hout eerst schuren. Daarna doe je er een laag grondverf op. De lak blijft dan beter zitten. Voor grote vlakken gebruik je een verfroller, voor kleine vlakken een kwast.
Een schilderij maken
Een kunstschilder schildert vaak op een schildersdoek van stof. Hij gebruikt een kwast of een
penseel. Daarmee mengt hij de verf op een
palet.
Zo wordt verf gemaakt
In verf zit een soort lijm of olie. Die zorgt dat de verf opdroogt. Er zit ook een verdunner is. Die zorgt dat je de verf beter kunt uitsmeren. Het
pigment in de verf zorgt voor de kleur. Wil jij iets in huis verven? In een verfwinkel of bouwmarkt kies je een kleur van een kleurenkaart. Daarna wordt in een machine de juiste kleur gemengd.
©Shutterstock, New York
Op een kleurenkaart staan meer dan 500 kleuren!