Zingen
Zingen: iedereen doet het. Als er iemand jarig is, of als Sinterklaas komt. Of zomaar omdat je er blij van wordt. Zingen is muziek maken met je stem. Er komt geluid uit je keel als er lucht langs je
stembanden gaat. De stembanden zijn twee korte spiertjes. Zingen lijkt veel op praten, alleen maak je de klank langer. Om het geluid lang aan te kunnen houden, heb je veel lucht nodig. Daarom moet je goed ademhalen als je zingt. Als je praat of zingt, werken de ruimtes in je hoofd als een
klankkast. Ze versterken het geluid. Je kunt mensen herkennen aan hun stem, want iedere stem klinkt anders.
© Robin Utrecht/ANP, Rijswijk
Wil je beter leren zingen? Ga dan op zangles.
Samen zingen
Veel mensen vinden het leuk om in een
koor te zingen. Dat is een groep mensen die samen zingt. Er zijn koren voor kinderen, voor mannen en vrouwen, en voor gemengde groepen. Sommige koren zingen één soort muziek, bijvoorbeeld zeemansliedjes of liedjes uit één land. Voordat je in een koor mag, moet je meestal eerst
auditie doen. Dat is een test om te kijken of je stem bij het koor past. En ook om te zien of de liedjes die het koor zingt niet te moeilijk voor je zijn. In een koor is het belangrijk dat een lied precies goed gezongen wordt. Je moet dan dus ook goed naar elkaar kunnen luisteren. Als je verkouden bent, sluiten je stembanden soms niet helemaal goed. Dan klinkt je stem hees of schor. Ook als je hard hebt gejuicht of geschreeuwd kun je hees of schor zijn. Gelukkig is dat na een paar dagen meestal weer over.
Soorten liedjes
Het woord
popmuziek is een afkorting van populaire muziek. Veel mensen vinden popmuziek leuk. Het ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw. Veel popmuziek komt uit Amerika. Een heel ander soort muziek is de
klassieke muziek. Die muziek ontstond in kerken in Europa, een paar eeuwen geleden. Tot de klassieke muziek hoort ook de
opera. Dat is eigenlijk een toneelstuk waarin bijna alle teksten gezongen worden. Sommige operazangers zijn wereldberoemd. Operazanger word je niet zomaar. Je moet jarenlang zangles hebben gehad. Je moet ook hard kunnen zingen. Want in de klassieke muziek zingen zangers niet in een microfoon. Ze worden begeleid door een
orkest. Dat is een groep mensen die samen spelen op verschillende muziekinstrumenten. Een klassieke zanger moet dus boven dat orkest uit kunnen komen, anders hoort niemand hem of haar! Tijdens een klassiek concert is het heel stil in de zaal. Het publiek luistert. Dat is anders dan bij een popconcert. Dan zingen en klappen en dansen de mensen in de zaal vaak mee!
© Chad Rachman/AP/HH, Amsterdam
Misschien heb je wel eens van de Italiaanse zangeres Cecilia Bartoli gehoord.
Dit is een samenvatting van Junior-Informatieboekje 22 Zingen.