Zweden
In het noorden van Europa ligt Zweden. Een langgerekt land met veel rivieren en eilanden. Een deel van het land ligt voorbij de poolcirkel. Zweden heeft ongeveer 9 miljoen inwoners. Voor zo'n groot land is dat niet veel. Een derde van alle Zweden woont in en rond de grote steden in het zuiden van het land. In de hoofdstad Stockholm wonen ongeveer 1,9 miljoen mensen. De Samen wonen in het noorden van Zweden. Deze bevolkingsgroep leefde vroeger als nomaden. Ze trokken rond met houten sleeën, die werden getrokken door rendieren. Ze trokken rond in een gebied dat Lapland heet. Ze sliepen in tenten van rendierenhuid. Nu wonen de meeste Samen op een vaste plek en leven van de landbouw, bosbouw of visserij. Vroeger was Zweden een arm land, maar door de handel is het een van de rijkste landen van Europa geworden. De vele bossen leveren papier, karton en houtpulp. Die producten worden verkocht aan andere landen.
Vroeger droegen de Samen altijd traditionele, kleurrijke, warme kleding, warm en kleurig. Nu dragen veel Samen ook moderne kleding.
Vikingen
De bekendste tijd uit de geschiedenis van Zweden is de periode van 800 tot 1050 na Christus. Toen leefde de Vikingen er. Ze verbouwden gewassen en hielden vee. Ook bouwden ze houten schepen. Daarmee voeren ze naar andere landen om er handel te drijven. Maar later ging het er ruiger aan toe. In plaats van te handelen, begonnen ze te plunderen en te roven. Ze bezetten zelfs gebieden in Frankrijk en Italië. De Vikingen geloofden in verschillende goden. Tijdens hun tochten kwamen ze in aanraking met het christelijke geloof. Het lukte de christenen om de Vikingen te bekeren. Daardoor hielden de strooptochten uiteindelijk op. Want de Vikingen vonden dat ze niet mensen met hetzelfde geloof konden aanvallen.
Natuur, producten en klimaat
De boten van de Vikingen waren van hout. Veel huizen worden nog van hout gebouwd. En hout wordt verkocht aan het buitenland. Eeuwenlang zijn er bomen gekapt. Daardoor zijn veel oerbossen verdwenen. De laatste stukken oerbos worden nu beschermd in nationale parken. Er zijn nog wel veel andere bossen in Zweden, zoals de taiga's in het noorden.
Een dier dat zich goed thuisvoelt in de wouden, is de eland. Elanden zijn de grootste hertensoort van de wereld. Ze worden ongeveer zo groot als een paard. In Zweden leven 300 duizend elanden. Toch zul je ze niet zo gauw zien, want ze zijn erg schuw.
Behalve bossen heeft Zweden ook bodemschatten, zoals ijzererts. Aan alle grondstoffen die in het land te vinden zijn, verdienden de Zweden veel geld. Zo konden ze bedrijven oprichten die wereldberoemd zijn geworden. Bijvoorbeeld Ikea.
55% van Zweden is met bos bedekt. In het noorden groeien naaldbomen. Die kunnen goed tegen droogte en kou. In het zuiden groeien gemengde bossen met dennen-, beuken-, en eikenbomen.
Je verwacht het misschien niet met al die zeeën, maar het grootste deel van Zweden heeft een landklimaat. Met warme, droge zomers en koude winters. Dat komt vooral door de bergen in het westen van het land. De winter is lang en donker. En de zomer is kort met lange, lichte avonden. De langste dag van het jaar is 21 juni. In het gebied boven de poolcirkel gaat de zon dan helemaal niet onder. Dit heet de middernachtzon. De Zweden vieren dan het midzomerfeest. In augustus vieren ze iets heel anders: het rivierkreeftenfeest tijdens de grote vangst van rivierkreeften. Deze dieren eten ze met brood, kruidenkaas en boter.
Zweden is een leuk vakantieland. Je kunt er bijvoorbeeld kamperen in de vrije natuur, skiën of een tocht met een hondenslee maken.